Afgelopen zondag volgde ik met spanning de New York (NYC) marathon op de livestream, volgens mij en vele anderen DE marathon. Zoals elk jaar leefde ik mee met vrienden die streden voor de felbegeerde medaille. Na de finish was Facebook al snel gevuld met trotse en enthousiaste marathonlopers. Snel of langzaam, het leek bijna niet uit te maken, want in New York ben je een held als je de marathon uitloopt. Stiekem was ik een beetje jaloers. De NYC marathon staat al jaren op mijn verlanglijstje, net als Boston, Tokyo en London. Samen met Berlijn en Chicago onderdeel van de prestigieuze World Marathon Majors. Marathons die je als professioneel marathonloper eigenlijk allemaal eens gelopen moet hebben. Massa’s hardlopers gaan het hele lijstje af, maar op Berlijn na heb ik ze allemaal overgeslagen. Waarom?

Elk jaar was er weer de afweging; ga ik voor een mooie marathon zonder hazen op een niet zo snel parkoers in een spannend damesveld of ga ik toch weer voor een snelle tijd met hazen op een snel parkoers? Voor mij persoonlijk was het deelnemen aan EK’s, WK’s en Olympische Spelen het belangrijkste doel. Daarom koos ik dus steeds die snelle marathon. De Nederlandse limieten voor de internationale toernooien zijn namelijk niet berekend op strijdmarathons en klasseringen, maar alleen op snelle tijden. De marathonlimieten voor het WK 2017 in London zijn respectievelijk 2.11.00 en 2.28.00 voor de mannen en vrouwen. Kijk je naar de uitslagen van New York dan zie je dat de nummer 3 bij de mannen 2.11.23 loopt en de nummer 2 bij de vrouwen 2.28.01. Dus alleen de nummer 1 en 2 bij de mannen  en de winnares bij de vrouwen zouden in de ogen van de Atletiekunie goed genoeg zijn om mee te mogen doen aan het WK. En dan hebben we het over de New York marathon en niet over de marathon van Lutjebroek. In mijn ogen onbegrijpelijk.

Ik vraag mij al jaren af, waarom de Atletiekunie (en ook NOC*NSF) zo star blijft in de limieten en geen oog heeft voor de wetten van de marathon. Ik heb een aantal jaar in de atletencommissie (AC) van de Atletiekunie gezeten om met eigen ogen te zien hoe die limietbepaling gaat. De riedeltjes “we hebben alles nauwkeurig berekend” en “bij bepalen van de limieten houden we rekening met slechte weersomstandigheden” bleken in 2012 al een farce. Mijn periode in de AC werd echter een grote deceptie. Na elke vergadering kwam ik vol frustratie en ongeloof thuis. Hoe was het mogelijk dat er met zoveel onverschilligheid met de atleten en onze sport werd omgegaan. Ik dacht dat de AC serieus gehoord zou worden, maar het bleek slechts een ceremoniële commissie. De andere leden van de AC reageerden niet toen bleek dat van de objectieve uitgangspunten voor de bepaling van de limieten niets meer overbleef door aanpassingen op basis van onderbuik gevoelens. De Atletiekunie communiceert, bij elke publieke limietdiscussie, over de objectieve uitgangspunten naar de buitenwereld; het bekende riedeltje over top 8, 12 of 16. Echter, over de subjectieve aanpassingen wordt met geen woord gerept. Mijn grootste teleurstelling is wellicht nog wel dat er geen reële versoepeling van de limieten kwam na de grootscheepse dopingonthullingen uit onder andere Rusland. Het werd duidelijk dat het niet om de atleten ging, maar om het veilig stellen van de eigen posities en het behouden van goede banden met NOC*NSF.

Ik ben geneigd om de strijd tegen het niet transparante beleid op te geven. In mijn eentje is het vechten tegen de bierkaai. Andere atleten en trainers durven hun mond niet open te doen, bang voor financiële consequenties en het vergooien van eigen toernooi kansen. Door deze machtspositie kunnen de Atletiekunie en het NOC*NSF hun eigen gang blijven gaan. Ik ga nu mijn eigen weg en hoop in 2017 New York te lopen. Dit zal wel zonder de andere snelle Nederlanders zijn, want die moeten weer op limietenjacht met hazen op een snel parkoers. Zonde, want de ervaring in een World Marathon Major, meestal zonder hazen op een lastig parkoers en met een geweldig startveld zou toch een veel betere voorbereiding zijn op een groot toernooi.

FacebookTwitterGoogle+Share
Categorieën: Marathon

1 reactie

Miranda Boonstra: ‘Ik ben geneigd om de strijd tegen het niet transparante beleid op te geven’ | Losse Veter · 10 november 2016 op 20:55

[…] Elk jaar was er weer de afweging; ga ik voor een mooie marathon zonder hazen op een niet zo snel parkoers in een spannend damesveld of ga ik toch weer voor een snelle tijd met hazen op een snel parkoers? Voor mij persoonlijk was het deelnemen aan EK’s, WK’s en Olympische Spelen het belangrijkste doel. Daarom koos ik dus steeds die snelle marathon. De Nederlandse limieten voor de internationale toernooien zijn namelijk niet berekend op strijdmarathons en klasseringen, maar alleen op snelle tijden Lees de verder op de website van Miranda Boonstra […]

Gesloten voor reacties.